De wet DBA, oftewel de Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties, is een wet die in 2016 is ingevoerd en sindsdien voor veel opschudding heeft gezorgd in de wereld van freelancers en opdrachtgevers. Maar wat houdt deze wet precies in en waarom is het belangrijk voor zowel opdrachtgevers als freelancers? In dit artikel kom je alles te weten over de ietwat verwarrende wet DBA.
Wat houdt de wet DBA in?
De wet DBA is in het leven geroepen om schijnzelfstandigheid tegen te gaan. Schijnzelfstandigheid komt voor wanneer een opdrachtgever een freelancer inhuurt, maar er eigenlijk sprake is van een werknemer-werkgever relatie. Hierdoor kan de freelancer bijvoorbeeld geen aanspraak maken op sociale zekerheid en pensioenregelingen en loopt de opdrachtgever het risico op naheffingen en boetes van de Belastingdienst.
Het belang van de wet DBA
De wet DBA heeft tot doel om de relatie tussen opdrachtgevers en freelancers helder te krijgen en misbruik van de regels te voorkomen. Echter heeft de overheid de conclusie getrokken dat de wet DBA niet de gewenste duidelijk kon bieden. Het is vooralsnog wel van belang om te weten wat deze wet inhoudt, voor zowel opdrachtgevers als freelancers, om voor nu te weten hoe zij hiermee om moeten gaan.
Het ontstaan van wet DBA
De achtergrond van de wet DBA ligt in de voorganger van de wet VAR. De VAR stond voor Verklaring Arbeidsrelatie en gaf opdrachtgevers de mogelijkheid om vooraf duidelijkheid te krijgen over de arbeidsrelatie met een freelancer. De VAR was echter niet een waterdichte wet omdat het te veel ruimte liet voor misbruik en schijnzelfstandigheid. De wet DBA moest dit oplossen door middel van het invoeren van modelovereenkomsten die vooraf duidelijkheid geven over de arbeidsrelatie tussen opdrachtgevers en freelancers.
Sinds de invoering van de wet DBA is er veel kritiek geweest op de uitvoering van de wet. Het bleek in de praktijk lastig om te beoordelen of er sprake was van een echte zelfstandige of van schijnzelfstandigheid. Hierdoor zijn veel opdrachtgevers terughoudend geworden om freelancers in te huren en zijn veel freelancers bang voor naheffingen en boetes.
Huidige stand van zaken
Als reactie op de kritiek heeft het kabinet in 2019 besloten om niet volledig te handhaven op schijnzelfstandigheid. De Belastingdienst handhaaft wanneer zij vermoeden dat bedrijven kwaadwillend handelen of als u bepaalde aanwijzingen niet opvolgt.
Het kabinet heeft aangekondigd dat er een nieuwe wet komt die de wet DBA moet vervangen. Het doel van de nieuwe wet is om meer duidelijkheid te scheppen over de vraag wanneer er sprake is van een dienstbetrekking en wanneer niet. Op die manier moet er meer zekerheid ontstaan voor zowel opdrachtgevers als opdrachtnemers.
De nieuwe wet zou eigenlijk per 1 januari 2021 in werking treden, maar deze datum is niet gehaald. De nieuwe wet wordt momenteel nog verder uitgewerkt en deze zal volgens de Kamer van Koophandel naar alle waarschijnlijk in 2025 in werking zal treden. Daarbij is er sinds januari 2021 een pilot van start gegaan waarmee je als opdrachtgever makkelijk zou kunnen controleren of zij een freelancer mogen inhuren. De pilot heet Webmodule Beoordeling Arbeidsrelatie (WBA) en kan je uitvoeren op Ondernemersplein. Aangezien het een pilot is kunnen er echter nog geen rechten aan worden ontleend.
In de tussentijd is het belangrijk voor opdrachtgevers om de bestaande regels en richtlijnen te blijven volgen en mogelijke oplossingen te zoeken voor situaties waarin schijnzelfstandigheid dreigt te ontstaan.
Impact op opdrachtgevers en opdrachtnemers
De wet DBA en de daaruit voortvloeiende onzekerheid over de status van zelfstandigen heeft veel impact gehad op zowel opdrachtgevers als freelancers. Opdrachtgevers waren terughoudend met het inhuren van zelfstandigen uit angst voor naheffingen en boetes. Opdrachtnemers waren onzeker over hun positie en vroegen zich af of ze wel echt zelfstandig waren of dat er toch sprake was van een dienstbetrekking. Een slechte ontwikkeling waar iedereen vanaf wil, aangezien freelancen ieder jaar weer met populariteit toeneemt.
De onzekerheid over de status van zelfstandigen heeft ook financiële gevolgen gehad. Veel opdrachtnemers zijn gedwongen om zich als freelancer te laten inhuren via een tussenpersoon, zoals een uitzendbureau of een payrollbedrijf. Hierdoor lopen ze een deel van hun inkomsten mis en wordt het moeilijker om als zelfstandige te opereren.
Voor opdrachtgevers heeft het inhuren van zelfstandigen via een tussenpersoon ook financiële gevolgen. Zij moeten namelijk de tarieven betalen van de tussenpersoon en kunnen daardoor duurder uit zijn dan wanneer ze rechtstreeks met de zelfstandige hadden gewerkt.
Schijnzelfstandigheid voorkomen
Als opdrachtgever kun je schijnzelfstandigheid voorkomen door goed te kijken naar de arbeidsrelatie met de zelfstandige. Momenteel ziet de Belastingdienst iemand in loondienst als:
- Deze persoon een vast loon ontvangt;
- Deze persoon het werk niet door iemand anders kan laten doen;
- De opdrachtgever zeggenschap heeft over hoe, waar en wanneer iemand het werk uitvoert.
Al eens eerder deelden wij 5 aanbevelingen die je als opdrachtgever kan toepassen om schijnzelfstandigheid te voorkomen.
Modelovereenkomst
Als er geen sprake is van loondienst is, is het handig om tussen beide partijen een modelovereenkomst te laten tekenen. Een modelovereenkomst is een overeenkomst die door de Belastingdienst is goedgekeurd en die gebruikt kan worden om aan te tonen dat er geen sprake is van een dienstverband. Er zijn verschillende modelovereenkomsten beschikbaar, elk met hun eigen kenmerken en toepassingsgebied. Het is belangrijk om een modelovereenkomst te kiezen die past bij de specifieke situatie en afspraken tussen de opdrachtgever en de opdrachtnemer. Hier kan je je meer informeren over de verschillende freelance contracten.
Het werken met een modelovereenkomst is niet verplicht, maar het biedt wel meer zekerheid dan het werken zonder overeenkomst. Als er onverhoopt toch sprake blijkt te zijn van schijnzelfstandigheid, kan de Belastingdienst kijken naar de afspraken in de modelovereenkomst om te bepalen of er sprake is van een dienstverband. Het is wel belangrijk om te benadrukken dat het werken met een modelovereenkomst geen garantie biedt dat er geen sprake is van schijnzelfstandigheid.
Concluderend – de wet DBA
In conclusie, de wet DBA heeft tot doel om schijnzelfstandigheid tegen te gaan en duidelijkheid te bieden over de arbeidsrelatie tussen opdrachtgevers en opdrachtnemers. Hoewel de wet tot op heden weinig succesvol is gebleken, blijft het belangrijk voor opdrachtgevers om zich bewust te zijn van de risico's van schijnzelfstandigheid en proactief te handelen om dit te voorkomen. Dit kan onder andere door het werken met een modelovereenkomst, het in kaart brengen van de arbeidsrelatie en het aanscherpen van de criteria voor het inhuren van freelancers. Door deze stappen te nemen, kan de opdrachtgever zichzelf beschermen tegen de financiële, operationele en juridische risico's van schijnzelfstandigheid.